onttrekken

{{onttrekken}}{{/term}}

I 〈overgankelijk werkwoord〉

1 [afscheiden] extraire

2 [buiten iemands bereik brengen] soustraire

→ {{link=oog}}oog{{/link}}, {{link=zicht}}zicht{{/link}}

II 〈wederkerend werkwoord; zich onttrekken〉

1 [+ aan][van zich afschuiven] se soustraire (à)

♦voorbeelden:

1   zich aan een vervelend karwei onttrekken • échapper à une corvée

Deens-Russisch woordenboek. 2015.